Heupafwijking bij baby’s

Lieve Mommy’s en Mommy’s to be,

 

In deze blogpost heb ik het met jullie over congenitale heupdysplasie, aangeboren heupafwijking. Al onze baby’tjes worden erop gescreend op het consultatiebureau. Sommige kinderen hebben meer risico dan andere. Ook is er een groot genetisch component en hoe vindt het onderzoek plaats. Je leest het in dit artikel.

Wat?

Het heupgewricht is van nature een kogelgewricht wat betekend dat er een bol (de kop) in een kom past en daardoor heel veel beweeglijkheid kent. De heup kan naar voren en achteren, binnen en buiten bewegen en kan naar links en naar rechts draaien. Dit is bijvoorbeeld heel anders van bij de knie die kan eigenlijk alleen buigen en strekken.

Baby in rugligging met gebogen benen.
Baby in rugligging met gebogen benen.

Een heupdysplasie is het niet goed sluiten van de heup kom om te heup kop. De kop van de heup is (meestal) goed aangelegd alleen de kom is te vlak, soms zelfs bijna helemaal recht. Nu je snapt hoe een kogelgewricht werkt kun je je voorstellen dat dit problemen gaat geven wanneer je op dat been zou moeten staan.

Hoe groot is de kans?

Congenitale heupdysplasie is een aangeboren afwijking die bij 1-2 op de duizend geborenen voor komt.  Deze afwijking komt vier keer vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Bij kindjes die lange tijd in stuit hebben gelegen (met gestrekte knieën) is de kans op het uit de kom gaan van de heup twee tot vier keer zo groot als bij normale ligging. Ook wanneer een heupdysplasie in de familie voorkomt is de kans bij je baby’tje groter.

Gevolgen

Als baby zijn de gevolgen vaak klein. Het doet immers geen pijn dus je zult niet aan je kindje merken dat er iets mis is. Althans in eerste instantie.

Sommige van deze kindjes hebben hierdoor  een voorkeurshouding. Dit komt omdat de heup minder goed kan bewegen en de kikkerhouding die veel kindjes hebben.  In rugligging lukt het niet goed om in deze houding te liggen aan één kant. Ze vallen eigenlijk om naar de kant van de goede heup. Een getrainde kinderfysiotherapeut of consultatiebureau arts kan hier onderzoek naar doen en kan dit voor je bevestigen of ontkrachten.

Lees ook: Voorkeurshouding

Bij enige twijfel van welke aard dan ook zal de arts je doorsturen voor een heupecho. Dit onderzoek kan pas gedaan worden vanaf drie maanden. Ben je voor die tijd al bij een kinderfysiotherapeut onder behandeling en is er een verdenking op een heupprobleem dan heeft hij of zij mogelijk al tips om je kindje te helpen.

Heupdysplasie, en nu?

Wanneer de diagnose gesteld word middels een echo krijgen de meeste kindjes een spreidbroekje. Het doel hiervan is om de kop goed in de kom te fixeren zodat de kom er mooi omheen kan groeien. Wij als volwassenen vinden dit misschien heel zielig, maar na een dag weet je kindje niet beter. Ze zijn vaak nog erg klein en hebben er weinig last van. Het is gelukkig niet meer helemaal van gips gemaakt zoals het vroeger was maar van veel luchtiger materiaal en kan gewoon over de kleding heen gedragen worden.



Wanneer de diagnose nog niet gesteld kan worden omdat je kindje te jong is, wordt soms het dragen in een draagdoek geadviseerd. Volgende week schrijft draagdoek consulent Maaike de Kleijn als gast blogger een artikel over het dragen met een draagdoek!

 

 

Geef een antwoord