Na de afgelopen werken hele serieuze onderwerpen met jullie te hebben besproken wordt het tijd voor een luchtiger onderwerp. Aan welke eisen moet speelgoed voor een baby tot 6 maanden voldoen? Waar kun je op letten, en wat zijn minder slimme keuzes? Je leest het in deze blog.
Pasteltinten en primitieve kleuren
De trend van wat we leuk vinden in kleuren voor ons interieur blijft veranderen, zo ook de kleurtrend van kinderspeelgoed. Speelgoed bestaat er zodat het in ieder interieur past en niet zo opvalt. Alles in één stijl en daardoor heel Pinterest waardig. Maar waarom vinden kinderen dan altijd dat ene speeltje met die afgrijselijke kleur veel leuker dan het speelgoed wat bij het interieur past?
Dit heeft te maken met de ontwikkeling van de ogen. Een pasgeboren baby ziet nog weinig en niet scherp. Tijdens het voeden zien ze het gezicht van moeder duidelijk zichtbaar maar heel veel verder kunnen ze niet kijken. Licht en donker kunnen ze wel vanaf het begin al goed van elkaar onderscheiden. Dit is dan ook de reden dat kinderen vaak naar het licht kijken en weg kijken van het donker. Ook is dit daarom vaak een reden dat een kind een voorkeurshouding ontwikkelt.
Lees ook: Wat te doen bij een voorkeurshouding
Kleuren kunnen ze dan echter nog niet goed van elkaar onderscheiden. Dit heeft de maken met de ontwikkeling van de kegeltjes in de ogen. Pas vanaf drie maanden kunnen ze kleuren van elkaar goed onderscheiden.
Duidelijke kleuren
Nu we weten hoe de ogen zich ontwikkelen kunnen we ons voorstellen dat wanneer je kiest voor pastelkleurig speelgoed waarbij vaak de kleuren erg op elkaar lijken. Het verschil voor een kind slecht zichtbaar is.
Kies daarom voor duidelijke kleurverschillen in speelgoed. Vooral de primaire kleuren zijn kleuren die kinderen goed van elkaar kunnen onderscheiden. Het is niet voor niks dat het meeste speelgoed in rood, blauw of geel is. Daarna zijn kleuren als groen en oranje ook zeer geschikt voor de kleintjes.
Diepte en afstand zien
Vanaf een maand of vier gaan kinderen langzaam diepte zien. Hun brein gaat de beelden van het linker en het rechteroog met elkaar combineren waardoor een kind diepte gaat zien. Dit gaat vaak ook samen met het leren grijpen. Pas nu kan een kindje goed inschatten hoever het een arm uit moet strekken om een speeltje te pakken.