Hoe kan het dat bewegingsarmoede meer kans geeft op een sportblessure?

Dit keer een blog met een compleet ander thema. Althans, dit keer even geen baby’s. Per week zal er een heel ander deel van de ontwikkeling of motoriek aan bod komen. Deze week staat de achteruitgang van de motorische ontwikkeling op het programma.

Hoe is de motorische ontwikkeling in de afgelopen jaren veranderd? Wat doet deze verandering met sportende kinderen? Je leest het in dit artikel.

Het is nieuws

De afgelopen jaren koppen steeds meer kranten met titels als ‘motorische ontwikkeling holt achteruit’ en ‘kinderen steeds slechter in bewegen’.

Lees ook: De achteruitgang in de schrijfmotoriek

Dit is een ontwikkeling die ik als kinderfysio beaam. Helaas weet ik ook dat een verminderde motorische ontwikkeling ook andere gevolgen kan hebben. Wat dan? Dat lees je in dit artikel.

Vroeger was alles beter

‘Vroeger was alles beter!’ Dit horen we steeds vaker. Deels ben ik het met deze stelling eens. Vroeger hadden we nog geen mobiele telefoon. Was er weinig op tv of moest je het doen met videobanden in plaats van het uitgebreide aanbod van Netflix. Ook waren er veel minder opties voor spelcomputers. Wat deed je dan als je ging spelen? Naar buiten! Vies worden in de modder. Hutten bouwen in bomen, uit de boom vallen. Voetballen, gaten in je broek vallen of als het echt te hard regende, knutselen, kleuren, kleien, koekjes bakken enz. Honderdduizenden opties die geen stroom behoeven.

Allemaal taken waar je motorische vaardigheden door leert. Door eens een keer te struikelen over de bal of uit een boom te vallen leer je je opvangen. Door veel te rennen en springen krijgen we sterke botten en trainen we onze spieren. Met kleuren en te knippen oefenen we onze fijne motoriek.

Bewegingsarmoede

Omdat er steeds meer aanbod is om mee te spelen en dit vooral veel digitale opties zijn als op de IPad, computer of televisie spelen kinderen steeds meer terwijl ze zitten. Zo ontstaat er een bewegingsarmoede. Het woord zegt het eigenlijk al, te weinig beweging. Hierdoor oefen je minder, leer je niet goed om je op te vangen en ontwikkel je een achterstand in motoriek. ‘Gelukkig’ hebben steeds meer kinderen dit dus val je niet zo op.

Cijfertjes

Echt cijfers zijn er nog niet van hoeveel de motoriek achteruitgaat. Dit zal de komende jaren waarschijnlijk steeds meer naar voren gaan komen. Maar waar merken we het dan aan?

Blessures

Kinderen die steeds minder bewegen en wel gezond aan sport en gym doen bewegen vaak heel eenzijdig. Ze doen of alleen aan voetbal, of atletiek of turnen en hebben daarnaast nog één of twee keer gym in de week. Op zich super goed, kinderen zijn dan minimaal drie keer en soms wel vijf of zes keer per week aan het sporten. Heel gezond zou je denken.

Echter bewegen deze kinderen heel eenzijdig. Ze doen alleen aan voetbal, of alleen aan gym of beide. Echter spelen ze weinig buiten en ontwikkelen daardoor weinig andere bewegingservaringen.

Veel eenzijdig bewegen en daardoor jonge specialisatie in een sport resulteert in een toename van het risico op blessures. Dit gaat van milde blessures als groei gerelateerde klachten, maar ook tot ernstigere blessures, bijvoorbeeld een voorste kruisband scheur. Waarover later meer.

En dan?

Laat kinderen veel buiten spelen! Stuur ze niet op één sport en blijf ook zelf als ouders andere dingen aanbieden. Ga eens lekker klimmen in een klim hal. Ga schaatsen, ga skeeleren, ga touwtjespringen! Variatie bij deze kinderen is de key!

 

Geef een antwoord