Groeien doen we allemaal. Je komt als kleine baby ter wereld van zo’n 50 cm en 16 jaar laten ben je misschien wel bijna 2 meter! Dat is een toename van 300%! Bijzonder dat ons lijf dat eigenlijk kan. Hoe gaat groeien nou precies in zijn werk en wat heeft dit voor consequenties op de rest van het lijf en de motorische ontwikkeling? Je leest het in dit artikel.
Groeischijven
Om te kunnen groeien zullen lichaamscellen zich moeten delen. Het worden en meer en daardoor komt er dus meer weefsel en worden we dus langer. Het klinkt heel simpel, maar het is een heel gecompliceerd proces. Want op de juiste plekken moeten de juiste cellen groeien.
Groeien begint eigenlijk bij onze botten. Doordat onze botten langer en breder worden moeten de huid, pezen en spieren zich daar wel op aanpassen. Of dit aanpassen ook de groeipijn veroorzaakt is niet duidelijk.
Als je naar een röntgenfoto van een kind kijkt lijkt het of er allemaal breuken zitten. Aan het einde van de botten zit namelijk een donkere lijn en daarna nog een stukje bot. Dit noemen we de groeischijf, of met een moeilijk woord de epifysair schijf. Deze schijf maakt nieuwe botcellen aan en zorgt ervoor dat een bot langer wordt.
Lees ook: Hoe kan het dat bewegingsarmoede meer kans geeft op een sportblessure?
Motoriek
Doordat bij kinderen ledematen langer en langer worden betekend dit dat een kind zich constant aan moet passen aan de veranderingen van zijn of haar lichaam. Doe zelf maar eens zwemvliezen aan en probeer een sprintje te trekken. Dit is motorisch gezien bijna onmogelijk, en als je het al zou kunnen ziet het er niet mooi uit.
Dit is wat een kinderlichaam, met name in de groeispurt doormaak. Het is dan ook niet gek dat een kind wat eerst heel goed kan hardlopen of voetballen ineens iets minder goed is. Het is misschien niet per se het minder goed zijn, maar wel dat het er motorisch een stuk minder mooi uit ziet. Het ziet er wat klunziger uit.
Sportblessure
Doordat het lichaam zo onder druk staat in de groeispurt loopt een kind ook meer risico op blessures. Er staat meer stress op het banden en spierenstelsel, welke aan de botten vastzitten. Maar ook omdat de motoriek wat onhandiger is zal een kind zich sneller kunnen bezeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan door de enkel gaan of de knie verdraaien.
Ook ontstaan er eerder pijntjes bij de aanhechtingen van pezen en kennen we een aantal specifieke klachten die komen door de groei. Met name aan de onderzijde van de knie of hakklachten.
Vaak zien we in de praktijk dat kinderen al lange tijd met deze klachten rondlopen en ze een beetje sluipend beginnen. Meestal is dit geen gevaarlijke blessure, maar twijfel je toch neem dan contact op met een Kinderfysiotherapeut of Sportfysiotherapeut. Zij kunnen je uitleggen wat er aan de hand is en of erdoor gesport mag worden.