Als kinderfysiotherapeut krijg ik steeds vaker de vraag of een baby hypermobiel is. Hoe werkt hypermobiliteit bij kleine kinderen? Wat zijn de problemen waar ze tegenaan lopen. Je leest het in dit artikel.
Wat is hypermobiliteit
Hypermobiliteit, het woord zegt het eigenlijk al. Hyper staat voor ‘te veel’ en mobiliteit betekend beweeglijkheid. Mensen en kinderen die hypermobiel zijn hebben ‘last’ van te veel beweeglijkheid in de gewrichten. Om te begrijpen wat dit tot gevolgen heeft moet je eerst de anatomie van een gewricht begrijpen.
Gewrichten
Gewrichten bestaan uit verschillende elementen. Als eerste hebben we de botten, deze zorgen voor de stevigheid van bijvoorbeeld armen en benen. Als we kijken naar het kniegewricht hebben we het onderbeen en het bovenbeen bot. Als je deze op elkaar zit passen ze niet helemaal precies op elkaar en is er een verbinding stuk tussen de twee nodig. Dit zijn de ligamenten, of de pezen. Deze zorgen ervoor dat de botten bij elkaar blijven.
Om een gewricht te laten bewegen hebben we spieren nodig. Deze moeten in alle richtingen kunnen bewegen dus ook in alle richtingen aanwezig zijn.
Lees ook: Kinderen met het syndroom van down, wat kan de kinderfysiotherapeut doen.
Bij hypermobiliteit zijn deze pezen die de gewrichten bij elkaar houden te slap om het gewricht stevig bij elkaar te houden. Dit betekent dat de spieren extra hard moeten werken om een gewricht bij elkaar te houden.
Ontwikkelen
Je kunt je misschien voorstellen dat als alles je veel meer spierkracht kost het soms moeilijk is om tot ontwikkelen te komen. Dit is dan ook het grootste probleem waar kleine kinderen met hypermobiliteit tegenaan lopen.
Lees ook: Slappe baby’s en hun ontwikkeling, alles over hypotonie
Het is echter wel lastig om dit echt te onderzoeken bij deze kleintjes. Voor kinderen vanaf 5 jaar hebben we een onderzoek wat we kunnen doen om te bevestigen of er inderdaad sprake is van hypermobiliteit. Bij deze kleintjes is het eigenlijk nog niet echt te onderzoeken.
Wat kun je doen
En wat kun je dan doen om je kindje wel te helpen ontwikkelen. Eigenlijk heeft het wat meer tijd nodig omdat ze meer spierkracht op moeten bouwen dan kinderen zonder hypermobiliteit. Je kunt je kindje dus helpen door het bijvoorbeeld net wat meer in handen knieën stand bijvoorbeeld te laten oefenen.
Mocht je vragen hebben over de ontwikkeling van je kind kun je altijd of via het consultatiebureau of via de kinderfysiotherapeut hulp inschakelen.
Laat je kind in ieder geval geen hypermobiliteit aanpraten, het is soms heel lastig te zeggen of het daadwerkelijk zo is, soms heeft een kind überhaupt wat meer oefening nodig, en dat is helemaal niet erg!
Volgende week lees je wat hypermobiliteit bij sportende kinderen tot gevolgen kan hebben.