Onderzoek naar heupdysplasie

Wanneer baby’s verwezen worden met een voorkeurshouding zijn er verschillende dingen die ik als kindefysiotherapeut uit moet sluiten. Een van deze dingen is een heupdysplasie. Wat gebeurt er als ik twijfel aan de ontwikkeling van de heupen? Je leest het hier.

Voorkeur

We raken maar niet uitgesproken over voorkeurshoudingen. Zo ook als het gaan om de ontwikkeling van de heupen. Als we kijken naar een pasgeborene zien we dat de benen in een kikkerhouding liggen en de knieën naar buiten vallen. Doordat beide knieën even ver naar buiten vallen zien we dat een kind in de middenpositie blijft liggen.

Lees ook:Verschil in spierkracht bij een voorkeurshouding

Wanneer er sprake is van een onderontwikkeling van de heup kom zien we dat de (potentieel) aangedane heup minder ver naar buiten valt. Hierdoor kan een kind letterlijk ‘omvallen’ naar één zijde met als gevolg een voorkeurshouding.

Onderontwikkelde heup

Een onderontwikkelde heup kan er dus voor zorgen dat een kind een voorkeurshouding heeft. Om dit te kunnen onderzoeken zijn er verschillende dingen van belang. Ten eerste de familieanamnese. We weten dan een heupdysplasie genetisch overdraagbaar is. Is er in de familie iemand met een heupdysplasie in het verleden. Dan is de CB-arts of kinderfysiotherapeut extra bedacht op mogelijk problematiek. Een ander risico is wanneer een kind bij 32 of vanaf de 32e zwangerschapsweek in stuitligging ligt. Een kindje wat in stuit ligt, ligt niet met de benen in een kikkerhouding maar met gestrekte benen. Hierdoor kan het zo zijn dat de heupkommen zich onvoldoende ontwikkelen.

Onderzoek

Tijdens het lichamelijk onderzoek wordt er gekeken naar hoever beide heupen naar buiten kunnen bewegen. Dit wordt gedaan met gebogen knieën. Het is heel belangrijk dat de kinderfysiotherapeut of arts ervoor zorgt dat een kind goed ontspannen is. Een gespannen kindje kan ervoor zorgen dat de beweging tegengehouden wordt. Hierdoor kan de bewegingsuitslag worden beïnvloed.

Tenslotte wordt naar de ‘kniehoogstand’ gekeken. De voeten worden naast elkaar op de onderlaag gezet, de knieën zijn gebogen. Wanneer er een verschil is in kniehoogte kan het zijn dat de heup kom wat naar boven geschoven is omdat de heup kom rechter is dan zou moeten zijn.

Doorverwijzen

Wanneer ik als kinderfysiotherapeut dit ontdek betekent dit dat ik een kindje ga door- of terugverwijzen naar het consultatiebureau. Ikzelf schrijf meestal een verslag en neem telefonisch contact op met de arts. Hierin ligt ik mijn brief even kort toe. De arts is uiteindelijk degene die besluit of er aanvullend onderzoek gedaan moet worden.

Wanneer aanvullend onderzoek geïndiceerd wordt, wordt een kindje vanaf de leeftijd van drie maanden ingestuurd voor een echo. Eerder heeft geen zin omdat het dan nog te klein is om goed te kunnen beoordelen. Ook een röntgenfoto heeft geen zin omdat het heupgewricht nog voornamelijk uit kraakbeen bestaat.

Lees ook: Moedermaffia, wees een beetje lief voor elkaar

Afhankelijk van de uitkomst zal een kindje bij een goede echo teruggestuurd worden naar het CB of de kinderfysiotherapeut. Wanneer er wel een heupafwijking gevonden wordt in het onderzoek zal een kindje verwezen worden naar de orthopedisch chirurg. Afhankelijk van de ernst kan er gekozen worden voor een spreidbroekje (Pavlik bandage) of een operatie.

Geef een antwoord