Kan een baby zich te snel ontwikkelen?

Soms lijkt het of kinderen haast hebben met ontwikkelen. Dit gaat soms ontzettend snel. Bestaat er zoiets als ‘te snel’ en wat kun je hier mee doen? Je leest het in dit artikel.

Ieder zijn eigen tempo

Als we kijken naar ontwikkelen doet ieder kind dat op zijn of haar eigen tempo. Ondanks dat ieder kind uniek is, zien we wel dat over het algemeen kinderen dezelfde stappen maken als het gaat om motorische ontwikkeling. Natuurlijk zijn hierin wel variaties maar er zijn weinig kinderen die op het gebied van de ontwikkeling echt iets unieks bedenken.

Lees ook: Zitten mogen baby’s lekker zelf leren

Motorische mijlpalen

Als we spreken over grove motoriek, even handig voor dit voorbeeld, zijn er verschillende motorische mijlpalen die een kind kan behalen. De eerste is het hoofd fixeren, buikligging, omrollen, pivoteren, tijgeren, kruipen, gaan zitten, optrekken tot stand, langslopen en lopen. Er zijn kinderen die stappen overslaan en bijvoorbeeld gaan billenschuiven, of kinderen die naast kruipen ook nog berengang laten zien. Er zit wel een logische lijn in. Stappen volgens elkaar op en zijn ondersteunend voor de volgende fase.

Neem bijvoorbeeld het pivoteren. In het pivoteren draait een kind om zijn eigen as en gaan de armen en benen samenwerken. In het begin zijn het alleen de armen maar daarna gaan de benen vaak ook een beetje helpen. Hierdoor leren de armen en benen samenwerken. Dit is weer nodig voor het gaan tijgeren. Hierin moet de draaiende beweging omgezet worden in een voorwaartse beweging. Als de benen hierin niet meewerken en je alleen vanuit je armen moet werken is dit ontzettend zwaar. Terwijl als de benen helpen de buik iets loskomt van de onderlaag en het veel makkelijk gaat!

Te snel?

In de snelheid van ontwikkelen zit heel veel variatie. Over het algemeen lopen kinderen in Nederland tussen de 10-18 maanden. Deze spreiding is enorm en begint dus al heel vroeg in het leven van de kinderen. Als je met 10 maanden wilt lopen zijn er heel veel stappen die in zo’n korte tijd gezet moeten worden waar kinderen met 18 maanden wat rustiger aan kunnen doen.

Lees ook: Stimuleren van de ontwikkeling, wanneer doe je het goed

Wat we vaak wel zien is dat kinderen die wat later liepen op andere gebieden iets verder zijn. Zij hebben simpelweg meer ‘tijd’ gehad om ook op andere gebieden stappen te maken. Dit is niet zo zwart wit als ik dat nu schets maar kort door de bocht kun je niet alles tegelijk leren en zien we dat als het ene voorrang krijgt het andere iets langzamer gaat. Kinderen die later lopen hebben tijd gehad om de kruimels van de vloer te pakken met een pincetgreep en hebben vaak een verder ontwikkelde greep. Echter zien we dat uiteindelijk alle kinderen de stappen helemaal doorlopen.

Er bestaat niet per se zoiets als te snel. Kinderen doorlopen alle stappen en variaties en laten uiteindelijk allemaal hetzelfde zien alleen in hun eigen tijd.

Geef een antwoord